-
1 opslaan
5 [neerzetten] put up7 [openslaan] turn up♦voorbeelden:voorraden opslaan • lay in stocks, lay up stores, stock up4 de lonen met 5 % opslaan • raise/increase wages by 5 %6 iets in het geheugen opslaan • file something in the memory, input a file7 bladzijde 44 opslaan • turn up/to page 442 [scharnierend omhooggaan] lift/swing up♦voorbeelden: -
2 opslaan
1 [duurder worden] monterII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bergen] entreposer2 [sport en spel] servir3 [m.b.t. de ogen] lever (les yeux)4 [neerzetten] dresser5 [computer] mémoriser6 [m.b.t. kleding] retrousser♦voorbeelden: -
3 raise eyes
ogen opslaan -
4 aufschlagen
aufschlagen6 〈 sport en spel〉serveren, opslaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:5 ein Lager, Zelt aufschlagen • een kamp, tent opslaan -
5 lift one's eyes
-
6 lift
n. lift; het meeliften met iemand; verhoging; steun; het omhoogtillen--------v. verhogen; omhoogtillen; opkomen, omhoog komen; optrekken; onthullen; stelen (spreektaal)lift1[ lift]1 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(goederen/personen)lift3 (ver)heffing ⇒ hijs(ing), optrekking♦voorbeelden:1 lift ⇒ opwaartse druk, draagkracht————————lift21 (op)stijgen ⇒ opgaan/komen, omhooggaan/komen♦voorbeelden:1 this window won't lift • dit raam gaat/wil niet omhoog/open〈 luchtvaart, ruimtevaart〉 lift off • opstijgen, startenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (omhoog/op)tillen ⇒ omhoog/optrekken, (op)hijsen♦voorbeelden:not lift a hand/finger • geen hand/vinger/poot uitstekenlift down • aftillen, neerlatenlift a tent • een tent afbreken -
7 look up
onderzoeken; nagaan (in boeken)look up♦voorbeelden:¶ look up to • opkijken naar/tegen, bewonderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 aufblicken
aufblicken♦voorbeelden: -
9 die Augen aufschlagen
-
10 elevate
v. opheffen, opslaan; verhogen; verheffen[ ellivveet]♦voorbeelden:elevating play • stichtend stuk -
11 turn up
te voorschijn komen, (voor de dag) komen, (komen) opdagen, verschijnen, zich vertonen, zich opdoen, zich voordoen (gelegenheid, betrekking); opdraaien (lamo); keren (kaart), opzetten (kraag)turn up4 naar boven gedraaid/gebogen zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vinden3 naar boven draaien/keren ⇒ opzetten 〈 kraag〉; omslaan 〈 mouw, pijp〉; omhoogslaan, om(hoog)vouwen; opslaan 〈 ogen〉♦voorbeelden:turn it up! • stop er mee! -
12 raise
n. (het) verhogen--------v. oplichten; verheffen; verhogen, bijeenbrengen; grootbrengen; verbouwen; fokkenraise1[ reez] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————raise2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rechtop/overeind zetten ⇒ oprichten; doen opstaan5 bouwen ⇒ opzetten, stichten6 kweken ⇒ produceren, verbouwen8 uiten ⇒ aanheffen; ter sprake brengen, opperen9 doen ontstaan ⇒ beginnen, in het leven roepen♦voorbeelden:raise questions • vragen opwerpenwe'll raise these issues with the staff • we zullen deze kwesties met de staf besprekenthe play raised a storm of applause • het stuk ontketende een storm van toejuichingenthe old wreck was raised to the surface • het oude wrak werd boven water gebracht14 raise money • aan geld komen, geld bij elkaar krijgenraise taxes • belastingen heffen -
13 cave
cave1 [kaav]II 〈v.〉1 kelder3 kelder ⇒ muziek-, chanson-, jazzkelder4 bar ⇒ drankkast, drankkist♦voorbeelden:fouiller la maison de la cave au grenier • het huis van onder tot boven doorzoeken→ rat————————cave2 [kaav]♦voorbeelden:yeux caves • diepliggende ogen1. f1) kelder2) wijnkelder2. adj1) hol2) lijp, oenig
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский